Afbeelding
Foto: c) creativecommonsstockphotos | Dreamstime.com

Uitspraak (deel twee)

Vorige week verbaasde ik me over mensen die ‘avund’ zeggen in plaats van avond. Maar ik verbaas me wel over meer uitspraak-dingen. Daarom volgt hier deel twee.

Ook een mooi uitspraakding vind ik mensen die de sch niet kunnen zeggen. Deze mensen srijven dus teksten en ze hebben srijnende wonden. Je hoort het best vaak, ga er maar eens op letten. In de Tweede Wereldoorlog testten de mensen of iemand Duits was door ze ‘Scheveningen’ te laten zeggen. Daar doet me dit ‘schpraakgebrek’ altijd weer aan denken. Nu we weer een koning hebben, is de discussie koongin of koni-gin gelukkig ook verleden tijd. Maar in mijn eigen huis zegt er iemand wel eens ‘opungeevement’ in plaats van ‘op een gegeven moment’. Soms willen we dingen ook gewoon effe (even) snel zeggen. Een van onze voormalige premiers (Balkenende) was hier ook erg goed in. Dat krijg je als je veel wilt zeggen en nog meer te doen hebt, denk ik.

We zijn ons thuis de laatste tijd ook bewust geraakt van onze uitspraak van het woord puzzel. Want ik zeg standaard puuzel, wat dus eigenlijk verkeerd is, zeker als je de schrijfwijze bekijkt. Maar het zit diep bij mij. Hoe komt dat? In het Engels, de taal waaruit we puzzel geleend hebben, heeft de eerste klinker in puzzle een korte klank, en de spelling met de dubbele z geeft ook in het Nederlands aan dat de lettergreep puz gesloten is. Maar waarschijnlijk kenden de eerste leengebruikers van het woord de u-klank alleen als uu, waardoor we dus met veel mensen toch puuzel zeggen. En met een moeder die pieza zegt, mag ik ook best 1 uitspreekfoutje maken.

Manon Kummer